Oneerlijke Ongelijkheid:
de impact op mensen en de aarde
Hieronder vind je een thematisch ingedeeld overzicht van bronnen die de vele kanten van economische ongelijkheid laten zien en de impact ervan op mens en natuur. De selectie omvat een mix van academische onderzoeken, rapporten, populaire boeken, documentaires, films, YouTube-video’s en andere media. We hebben een historische context meegenomen (met enkele klassieke bronnen vanaf ca. 1900), maar de nadruk ligt op inzichten uit de laatste 50 jaar. Elke sectie behandelt een specifiek onderdeel – van gezondheid tot klimaat – zodat je gericht informatie kunt vinden.
Gezondheid (Levensverwachting & Toegang tot Zorg)
Academisch / Rapport: Closing the Gap in a Generation (WHO Commissie Sociale Determinanten van Gezondheid, 2008) – Dit invloedrijke rapport laat zien hoe sociale en economische ongelijkheid leidt tot grote verschillen in gezondheid en levensverwachting wereldwijd. Een meisje dat nu in een rijk land wordt geboren kan >80 jaar leven, terwijl een meisje in een arm land <45 jaar zou worden. De commissie concludeert dat gezondheidsverschillen niet het gevolg zijn van toeval of alleen genetica, maar vooral van ongelijke leefomstandigheden, en doet aanbevelingen om binnen één generatie de gezondheidskloof te dichten.
Wetenschappelijk onderzoek: Sir Michael Marmot’s Whitehall-studies (1970s) – Langlopende Britse cohortonderzoeken die aantoonden dat zelfs onder ambtenaren met dezelfde toegang tot zorg, lagere rang en inkomen gepaard gingen met aanzienlijk slechtere gezondheid en hogere sterfte. Marmot ontdekte een sociale gradiënt: hoe lager iemands sociale status, hoe hoger het risico op hartziekten, ongeacht leefstijl. Stress door minder controle op het werk bleek een belangrijke factor. Deze inzichten legden de basis voor het begrip “sociale determinanten van gezondheid”. Marmot beschrijft dit toegankelijk in zijn boek The Health Gap (De gezondheidskloof) (2015).
Populair boek: The Spirit Level: Why More Equal Societies Almost Always Do Better (Richard Wilkinson & Kate Pickett, 2009) – Een bekend boek (vertaald als Waarom gelijkheid beter is voor iedereen) dat met data onderbouwt dat landen met minder inkomensongelijkheid gezonder en gelukkiger zijn. Het laat zien dat in landen met grote inkomensverschillen ondervinden alle lagen van de bevolking nadelen: bijv. komen psychische ziekte vijf keer zo vaak en obesitas zes keer zo vaak voor als in de meest gelijke landen. Wilkinson & Pickett tonen dat ook levensverwachting, kindersterfte en zelf gerapporteerde gezondheid slechter zijn in ongelijkere samenlevingen, deels door chronische stress en lagere sociale samenhang. (NB: Dit boek heeft een stevig wetenschappelijk fundament, al is er ook debat geweest over de interpretatie van causale verbanden.)
Nederlandse context: Gezondheidskloof – Ook binnen welvarende landen bestaan grote gezondheidsverschillen. In Nederland leven hoogopgeleiden gemiddeld 14 jaar langer in goede gezondheid dan laagopgeleiden. Uit een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde blijkt dat de levensverwachting van 30-jarigen met lage opleiding zo’n 6–7 jaar korter is dan die van hoogopgeleiden in veel Europese landen (NL scoort daar bovengemiddeld slecht). Oorzaken liggen in o.a. verschillen in inkomen, arbeidsomstandigheden en leefstijl. Het besef groeit dat investeringen in onderwijs, huisvesting en armoedebestrijding nodig zijn om deze kloof te verkleinen – zorg alleen is niet genoeg.
Documentaire: Unnatural Causes: Is Inequality Making Us Sick? (PBS-documentaireserie, 2008) – Deze bekroonde serie onderzoekt de verbanden tussen socio-economische ongelijkheid en gezondheid in de VS. Afleveringen laten zien hoe factoren als inkomen, buurt en etniciteit van invloed zijn op stressniveaus, geboortegewicht, hartziekten en zelfs de kans om een pandemie te overleven. Trailer bekijken: YouTube. De serie maakt duidelijk dat “gezondheid” veel meer is dan medische zorg alleen – het is nauw verweven met sociale rechtvaardigheid.
YouTube (TED-talk): “How economic inequality harms societies” – een TED-lezing door Richard Wilkinson (2011, ~17 min) waarin hij helder uitlegt dat rijkere landen niet per se gezonder of gelukkiger zijn, maar gelijkere landen wel. Met eenvoudige grafieken toont Wilkinson hoe bijna alle maatschappelijke problemen – van lagere levensverwachting en mentale ziekte tot hoger misdaadcijfer en obesitas – vaker voorkomen in landen met grote inkomensverschillen. Hij bespreekt de psychosociale stress die ongelijkheid veroorzaakt en pleit voor een samenleving waarin statusverschillen kleiner zijn. (Toegankelijk met Nederlandse ondertiteling.)
Onderwijs (Kansenongelijkheid & Onderwijskloof)
Rapport / Data: UNICEF – An Unfair Start (2018) – Een internationaal vergelijkend rapport over kansenongelijkheid in het onderwijs in 41 rijke landen. UNICEF laat zien dat zelfs in hoogontwikkelde landen de kloof tussen de schoolprestaties van rijke en arme kinderen aanzienlijk is. Zo scoort Nederland goed qua kleine verschillen in leesvaardigheid op de basisschool, terwijl landen als Nieuw-Zeeland zeer grote gaten hebben. Het rapport koppelt dit ook aan inkomen: landen met meer inkomensongelijkheid kennen vaak grotere verschillen in leerresultaten en welzijn van kinderen. Conclusie: gelijke toegang tot vroege educatie en het verkleinen van armoede onder kinderen zijn cruciaal om onderwijsongelijkheid tegen te gaan.
Academisch: Coleman Report (1966, USA) – Een van de eerste grootschalige onderzoeken (naar 600.000 leerlingen) dat aantoonde dat familie-achtergrond en socio-economische status een veel grotere invloed hebben op schoolprestaties dan scholen zelf. Dit historische onderzoek legde de basis voor het inzicht dat onderwijs niet op een gelijk speelveld plaatsvindt: armoede, opleidingsniveau van ouders en buurtomstandigheden bepalen sterk de kansen van een kind. Latere studies bevestigen dat armoede en ongelijkheid leiden tot grote verschillen in schoolresultaten en deelname aan hoger onderwijs, zowel in ontwikkelingslanden als in rijke landen.
Nederlandse studie: Kansenongelijkheid in Nederland (SEO Economisch Onderzoek, 2023) – Dit recente onderzoek onder Nederlandse basisschoolleerlingen laat zien hoe thuisomstandigheden de schoolcarrière beïnvloeden. Zo heeft ~1 op de 3 kinderen in groep 5 te maken met stress thuis door financiële problemen. Op scholen waar kinderen minder stress ervaren en meer ontspanningsmogelijkheden hebben, liggen de Cito-eindtoetsscores significant hoger. Van een totaal verschil van 1,8 punt tussen scholen kon ~1,2 punt verklaard worden door een hoger ouderinkomen en de rest door verschillen in mogelijkheden en stress. Het rapport illustreert dat ongelijkheid in inkomen en leefomgeving zich al op jonge leeftijd vertaalt in een onderwijskloof.
Populair boek: Savage Inequalities (Jonathan Kozol, 1991) – Een spraakmakend boek waarin Kozol de schrijnende verschillen in de Amerikaanse openbare scholen blootlegt. Hij vergelijkt rijke, blanke suburbs met arme binnenstadsscholen en vindt gebouwen in verval, enorme tekorten aan leermiddelen en onervaren leraren in de arme wijken, terwijl enkele kilometers verderop overvloed en kleine klassen de norm zijn. Hoewel ouder, heeft dit boek historisch belang: het toonde dat decennia na segregatie de schoolsegregatie op basis van rijkdom/race nog intact was. De term “savage inequalities” staat sindsdien symbool voor structurele onderwijsachterstand door armoede. (NB: Kozols bevindingen gelden specifiek voor de VS, maar ook elders zien we dat armere buurten vaak slechtere scholen hebben.)
Documentaire: Waiting for “Superman” (2010) – In deze veelbesproken documentaire volgt regisseur Davis Guggenheim een aantal kinderen uit verschillende milieus in hun streven naar goed onderwijs in de VS. De film laat zien hoe ouders in arme wijken vaak letterlijk meedoen aan loterijen voor een plek op een betere (charter)school, omdat de lokale publieke scholen falen. Waiting for Superman illustreert pijnlijk de kansenongelijkheid: een getalenteerd kind kan stranden door een zwakke school, terwijl elders excellent onderwijs bijna vanzelfsprekend is. De docu ontketende debat over hervormingen. Trailer: YouTube.
Film / andere media: Teach Us All (documentaire 2017) – Uitgebracht 60 jaar na de beroemde integratie van Little Rock High School belicht deze docu de toenemende her-segregatie in Amerikaanse scholen. Via voorbeelden in New York, Los Angeles en Arkansas wordt duidelijk hoe woonsegregatie en ongelijkheid ervoor zorgen dat veel scholen vandaag de dag weer vrijwel uitsluitend arm/zwarte of juist rijk/witte populaties hebben. De film koppelt dit aan lagere onderwijskwaliteit in achterstandswijken. (Beschikbaar op Netflix; CBS News interview over de film.) Een Nederlandse parallel is de discussie over “zwarte” en “witte” scholen in grote steden, waar eveneens ongelijkheid in samenstelling en kansen speelt.
Milieu & Klimaat (Milieuschade & Wie ondervindt de Gevolgen)
Onderzoeksrapport: Climate Change and Social Inequality (VN Department of Economic & Social Affairs, 2017) – Dit rapport onderzoekt hoe klimaatverandering en ongelijkheid elkaar wederzijds beïnvloeden. Conclusie: klimaatverandering treft arme landen en arme gemeenschappen onevenredig hard, terwijl rijkere landen/personen de meeste historische uitstoot veroorzaken. Zo is de kloof tussen rijke en arme landen’ economieën nu ~25% groter dan zonder opwarming het geval was. Arme boerderijen verliezen oogsten door droogte of overstromingen, wat bestaande armoede verdiept. Tegelijk stoten de rijkste 1% onevenredig veel CO₂ uit – hun luxe levensstijl put het mondiale koolstofbudget uit, waardoor de lasten (extreem weer, misoogsten) op de rest drukken.
Data (CO₂-uitstoot): Uit een recente analyse van Oxfam en het Stockholm Environment Institute blijkt dat de rijkste 10% van de wereldbevolking verantwoordelijk is voor ongeveer 50% van de uitstoot. Ter illustratie: iemand uit de hoogste 1% veroorzaakt in één jaar evenveel CO₂ als 1.500 gemiddelde mensen uit de armste 99%. Ondertussen zijn het juist de armste gemeenschappen die het minst hebben bijgedragen, die het zwaarst getroffen worden door klimaatgerelateerde rampen (bijv. hittegolven, overstromingen). Deze ongelijkheid leidde tot de eis van “climate justice”: rijke vervuilers zouden meer moeten doen om de schade te beperken en kwetsbare groepen te beschermen.
Populair boek: This Changes Everything: Capitalism vs. The Climate (Naomi Klein, 2014) – Journalist Naomi Klein verkent de link tussen ons economische systeem, ongelijkheid en klimaatverandering. Ze betoogt dat ongebreideld kapitalisme – gericht op winstmaximalisatie en consumptie door een kleine bovenlaag – haaks staat op een duurzaam klimaatbeleid. Het boek bevat voorbeelden van hoe inheemse en arme gemeenschappen wereldwijd strijden tegen vervuiling (bijv. olielekkages in de Niger Delta, pijpleidingen door indianengebied) en pleit voor een rechtvaardige transitie. Klein stelt dat we de klimaatcrisis alleen kunnen oplossen door tegelijk de economische ongelijkheid aan te pakken, zodat de lusten en lasten eerlijker verdeeld worden.
Documentaire: The True Cost (2015) – Een documentaire over de impact van de mondiale mode-industrie, die een duidelijk verband legt tussen consumptie door rijken, uitbuiting van armen en milieuschade. Filmmaakster Andrew Morgan reist van sweatshops in Bangladesh (waar laagbetaalde textielarbeiders onder ongezonde omstandigheden onze goedkope kleding maken) tot pesticidenvervuilde katoenvelden in Texas. De film toont hoe de kosten van vervuiling en klimaatimpact vaak op de natuur en kwetsbare arbeiders worden afgewenteld, terwijl internationale merken en consumenten in rijke landen profiteren. Trailer: YouTube. (Deze film maakt het abstracte begrip “ecologische voetafdruk” heel tastbaar.)
Film (fictie): Snowpiercer (2013) – Een dystopische sciencefictionfilm die extreme ongelijkheid en klimaatthematiek combineert. In een bevroren wereld na een klimaatcatastrofe overleeft de mensheid in een trein verdeeld in een strikte klassenhiërarchie: de rijken leven in luxe voorin, de armen vegeteren achterin. De film (met o.a. Chris Evans en Tilda Swinton) staat bol van metaforen: milieu-elite die zich afschermt van de gevolgen van een door henzelf veroorzaakt fiasco, terwijl de armen vechten om te overleven. Snowpiercer (gebaseerd op een Franse strip) is fictie, maar werpt de vraag op: wat als we klimaatoplossingen zoeken die alleen de rijken beschermen? De onderliggende boodschap herinnert eraan dat echte klimaatrechtvaardigheid inclusief moet zijn.
YouTube / Kort: How Climate Change is Making Inequality Worse (BBC News, 2021) – Een kort informatief videosegment (ca. 5 min) dat met data en voorbeelden uitlegt hoe klimaatverandering bestaande armoede verdiept. Het citeert o.a. een World Bank prognose dat tegen 2030 130 miljoen mensen extra in armoede kunnen belanden door klimaatverandering. Beelden van bijvoorbeeld orkanen in de Filipijnen en droogte in de Sahel laten zien dat arme gemeenschappen vaak geen buffers of verzekeringen hebben, en dus na een ramp alles kwijt kunnen raken. De video benadrukt de noodzaak van steun voor adaptatie (dijken, droogtebestendige gewassen) in ontwikkelingslanden en binnen landen voor kwetsbare groepen, om te voorkomen dat de klimaatkloof verder groeit.
Sociale Stabiliteit & Criminaliteit (Maatschappelijke Spanningen)
Sociologisch onderzoek: Er is breed bewijs dat samenlevingen met hoge economische ongelijkheid meer sociale problemen kennen. Vergelijkende studies tonen bijv. aan dat landen of regio’s met grotere inkomensverschillen vaak hogere misdaadcijfers hebben. De United Nations Global Study on Homicide (2019) stelde dat inkomensongelijkheid een significante voorspeller is van moordcijfers: samenlevingen waar de kloof arm-rijk groot is, kennen meer geweldsdelicten dan gelijkere samenlevingen, zelfs bij vergelijkbaar welvaartsniveau. De theorie is dat grote ongelijkheid leidt tot gevoelens van uitsluiting en onrecht, wat sociale spanningen en criminaliteit aanwakkert. (Niet alle onderzoekers zijn het eens over de causaliteit, maar de correlatie is veelvuldig gerapporteerd.)
Historisch voorbeeld: Periodes van extreme ongelijkheid gaan vaak samen met sociale onrust. In het begin van de 20e eeuw groeide de ongelijkheid tot een piek in de “Gilded Age”, gevolgd door de Grote Depressie en maatschappelijke onrust in de jaren ’30. Historicus Walter Scheidel betoogt in The Great Leveler (2017) zelfs dat ongelijkheid historisch gezien alleen fors afnam na schokken als oorlogen, revoluties of pandemieën – gebeurtenissen die gepaard gingen met enorm leed. Hoewel controversieel, zet dit historisch perspectief aan tot nadenken: hoge ongelijkheid kan latente spanningen creëren die in crisistijd exploderen (bv. de Russische Revolutie na extreme armoede tegenover adel, of recent de Arabische Lente waarbij ongelijkheid en werkloosheid bijdroegen aan protesten).
Documentaire: The Divide (2015) – Gebaseerd op The Spirit Level volgt deze docu personen in de VS en UK die worstelen in zeer ongelijke samenlevingen. We zien o.a. een bewaker in Londen die ondanks twee banen nauwelijks rondkomt terwijl de bankiers in de City bonussen opstrijken, en een familie in de VS die door medische rekeningen in armoede glijdt. De film legt uit hoe ongelijkheid leidt tot chronische stress bij de lagere middenklasse en armen, en tot wantrouwen tussen klassen. Ook komen rijke personen aan het woord over hun angst (bijv. paranoia over veiligheid) in een zeer gesegregeerde maatschappij. The Divide maakt zo de abstracte cijfers tastbaar en laat zien hoe de sociale fabric uiteen kan rafelen als de kloof te groot wordt. (Trailer op YouTube beschikbaar.)
Film (fictie): Parasite (2019, Oscarwinnaar Beste Film) – Een Zuid-Koreaanse zwart-komische thriller die de spanning tussen arm en rijk op indringende wijze verbeeldt. Een arm gezin sluipt stap voor stap binnen in het huishouden van een rijke familie (als chauffeur, huishoudster, etc.), wat leidt tot explosieve confrontaties. Parasite toont de absurde realiteit van ongelijkheid: de rijken leven bijna in een andere wereld (een designvilla op een heuvel) terwijl de armen letterlijk onder de grond wonen in een half souterrain, kwetsbaar voor overstromingen. De film onthult hoe extreme ongelijkheid tot wanhoop en conflict leidt – met thema’s als schaamte, jaloezie en uiteindelijk geweld. Hoewel fictie, heeft Parasite wereldwijd debat aangewakkerd over sociale rechtvaardigheid in markteconomieën.
YouTube: Richard Wilkinson – “Equality Trust” animatie (RSA, 2011) – Een korte animatievideo die de belangrijkste inzichten over ongelijkheid en sociale problemen samenvat. In een paar minuten ziet u visualisaties van hoe bij hogere ongelijkheid ook hoger drugsgebruik, meer gevangenissen, en lagere sociale mobiliteit voorkomen. Deze makkelijk toegankelijke clip (getekend in RSA-whiteboardstijl) is gebaseerd op Wilkinson’s lezingen en laat op een eenvoudige manier zien waarom meer ongelijkheid tot zulke brede sociale effecten leidt (hint: statusangst en relatieve deprivatie). Zoekterm: “RSA Animate Inequality”.
Democratie & Politiek (Invloed op Stabiliteit en Beleid)
Academisch onderzoek: Testing Theories of American Politics – Een baanbrekende studie (2014) van Martin Gilens en Benjamin Page analyseerde 20 jaar aan beleidsbeslissingen in de VS. Uit hun data bleek dat de voorkeuren van gemiddelde burgers nauwelijks invloed hebben op het overheidsbeleid, vergeleken met de voorkeuren van de rijkste burgers en van corporate belangengroepen. Met andere woorden: wanneer de rijken iets anders willen dan de meerderheid, krijgen de rijken meestal hun zin, terwijl de wensen van de midden- en lagere klassen vaak genegeerd worden. Dit veel geciteerde onderzoek suggereert dat hoge economische ongelijkheid kan omslaan in politieke ongelijkheid, wat democratie uitholt. (Het fenomeen wordt wel omschreven als een verschuiving van democratie richting plutocratie).
Vertrouwen in instituties: Andere studies in West-Europa tonen eveneens aan dat ongelijkheid de democratische gezondheid ondermijnt. Een recent onderzoek (Bienstman, 2023) vond dat zowel langdurig grote inkomensverschillen tussen landen, als toenemende ongelijkheid binnen landen samenhangen met afnemend vertrouwen in parlement, rechtsstaat en andere instituties. Landen met groeiende kloof zien meer cynisme bij burgers over “de politiek werkt toch alleen voor de elite”. Dit is zorgwekkend, omdat een democratie gesteund moet worden door breed vertrouwen onder de bevolking. Hoge ongelijkheid lijkt bij te dragen aan polarisatie en de opkomst van populistische bewegingen die inspelen op gevoel van onrecht (denk aan slogans als “het gewone volk vs. de elite”).
Populair boek: Capital in the Twenty-First Century (Thomas Piketty, 2013) – Een internationaal besteller (ook in NL vertaald als Kapitaal in de 21e eeuw) die de concentratie van vermogen sinds 1900 documenteert. Piketty laat met uitgebreid databewijs zien dat sinds de jaren ’70 de vermogensongelijkheid in veel landen weer sterk toeneemt – grotendeels omdat het rendement op kapitaal (bijv. beleggingen) hoger is dan de groei van de economie. Hij waarschuwt dat we op weg zijn naar een nieuwe “erfelijke” aristocratie van vermogen, wat de meritocratie en democratie onder druk zet. Immers, wanneer een klein groepje families een groot deel van alle rijkdom controleert, groeit hun politieke invloed (via lobbyen, media-eigendom, partijfinanciering) buitenproportioneel. Piketty pleit daarom voor politieke ingrepen zoals vermogensbelasting en investeringen in onderwijs om de democratie veerkrachtig te houden.
Analyse / Journalistiek: Dark Money (Jane Mayer, 2016) – Onderzoeksjournalist Jane Mayer onthult hoe enkele ultrarijke Amerikaanse families (Koch, Mercer, etc.) in de afgelopen decennia met fortuinen aan donaties het politieke landschap hebben gevormd. Via stichtingen, denktanks en campagnebijdragen bevorderen ze beleid dat hun belangen dient (belastingverlaging, deregulering), vaak op manieren buiten het zicht van het publiek. Hoewel dit boek focust op de VS, illustreert het breder een gevaar: grote economische ongelijkheid stelt zeer vermogenden in staat een onevenredige politieke agenda te voeren. Dark Money leest soms als een thriller, maar berust op feiten – en het laat zien hoe lastig het is voor een democratie om daadwerkelijk “een mens, een stem” te blijven als de financiële macht zo scheef verdeeld is.
Documentaire: Requiem for the American Dream (2016) – In deze documentaire (en boek) deelt Noam Chomsky in tien principes hoe rijkdom en macht geconcentreerd raakten in handen van een kleine elite, en wat dat betekent voor de democratie. Chomsky – een eminente denker – beschrijft bijvoorbeeld de bewuste ondermijning van vakbonden, het terugdringen van belastingen voor rijken, en het vergroten van de invloed van bedrijfsleven op de politiek sinds de jaren ’70. Het resultaat is volgens hem een systeem waarin politici vooral naar de rijken luisteren en de middenklasse wegkwijnt. De film is doorspekt met historische beelden (bv. Ronald Reagan die “de overheid is het probleem” zegt) en grafieken van ongelijkheid. Requiem is een toegankelijke samenvatting van hoe economische ongelijkheid een democratie van binnenuit kan verzwakken. (Volledige documentaire is te vinden op YouTube.)
YouTube / uitlegvideo: “Corruption is Legal in America” (RepresentUs, 2015) – Een korte virale video (animatie, ~5 min) die op basis van het Gilens & Page-onderzoek uitlegt hoe het politieke systeem scheefgegroeid is door geld. De video toont een grafiek waaruit blijkt dat de kans dat een wet wordt aangenomen onafhankelijk is van wat gewone burgers vinden – tenzij rijke belangengroepen het ook willen. Met eenvoudige taal en visuals maakt het de abstracte term “ongelijkheid ondermijnt democratie” heel concreet. Hoewel gefocust op de VS, zet het de kijker aan het denken over de eigen politiek: Wie heeft de meeste invloed? Zijn er waarborgen tegen te grote macht van geld in onze democratie? Deze video is onderdeel van een campagne voor hervormingen, en daarmee een voorbeeld van hoe kennis over ongelijkheid wordt ingezet om politieke verandering te pushen.
Aanbevolen filmklassieker (historisch perspectief): Citizen Kane (1941) – Orson Welles’ meesterwerk over een mediatycoon die enorme rijkdom vergaart en politieke ambities koestert. Hoewel fictie en oud, illustreert de film het klassieke thema dat extreme rijkdom kan corrumperen en de democratie bedreigt (Kane gebruikt zijn krantenimperium om de publieke opinie te manipuleren). De film is losjes gebaseerd op William Randolph Hearst. Het kijken ervan met de bril van ongelijkheid anno nu is leerzaam: het herinnert ons dat discussies over de macht van miljardairs in de politiek niet nieuw zijn, en dat het bewaken van persvrijheid en democratische controle op grote economische machten een eeuwige opgave is.
Werk & Arbeidsmarkt (Lonen, Werkzekerheid & Mobiliteit)
Historische analyse: Technological Change and Income Distribution (Jan Tinbergen, 1975) – Nobelprijswinnaar Tinbergen stelde al in de jaren ’70 dat er een “race” gaande is tussen onderwijsniveau en technologie. Als opleiding niet voor iedereen toeneemt, leidt nieuwe technologie tot hogere beloning voor de weinige hooggeschoolden en lagere lonen voor lagergeschoolden – dus groeiende ongelijkheid. Zijn inzicht bleek profetisch: sinds circa 1980 zien we in veel landen stagnerende lonen voor middenklassebanen, terwijl topfuncties en kapitaalbezitters enorme inkomensstijgingen kennen. Dit klassieke werk legt de basis voor modern begrip van waarom globalisering en automatisering zonder beleid tot scheve verdeling leiden. (Tinbergen pleitte destijds al voor gelijke onderwijskansen om ongelijkheid te voorkomen.)
Data / Feiten: In de VS is de koopkracht van het mediane loon sinds 1980 nauwelijks gestegen, terwijl de arbeidsproductiviteit ruim 70% steeg – het klassiek voorbeeld dat de economische groei vooral naar de top is gevloeid. Een IMF-study (2021) liet zien dat in veel ontwikkelde economieën de arbeidsinkomensquote (het deel van het nationaal inkomen dat naar lonen gaat) daalt, terwijl het deel naar winsten stijgt – wat duidt op verzwakte positie van werknemers. Ook is de vakbondsdichtheid fors afgenomen vergeleken met 50 jaar terug. Deze trends gaan samen met meer onzekerheid: de opkomst van tijdelijke contracten, gig-economy en zzp’ers zonder vangnet draagt bij aan een precariaat (term van Guy Standing, 2011) – een nieuwe klasse van werkenden met hoge onzekerheid en lage bescherming.
Populair boek: The Precariat: The New Dangerous Class (Guy Standing, 2011) – Standing beschrijft de opkomst van een wereldwijd precariaat: mensen met precaire (onzekere) banen, van Uber-chauffeurs tot pakketbezorgers met nulurencontract. Hij betoogt dat deze groep groeit door deregulering van de arbeidsmarkt en afbraak van sociale zekerheid. Het boek koppelt dit aan ongelijkheid: enerzijds hebben we een kleine kosmopolitische elite met veel zekerheid en alle voordelen, anderzijds een groeiende groep zonder pensioen, met wisselende inkomsten en zonder stem op het werk. Standing waarschuwt dat dit sociaal explosief is (onzekerheid voedt rancune en populisme) en pleit voor o.a. een basisinkomen als oplossing. Het boek is in begrijpelijke taal en rijk aan voorbeelden – van jonge afgestudeerden met stage na stage tot fabrieksarbeiders die als uitzendkracht werken – en plaatst de ontwikkelingen van de laatste decennia in context.
Journalistiek boek: Nickel and Dimed: On (Not) Getting By in America (Barbara Ehrenreich, 2001) – Ehrenreich, een schrijfster, dook undercover in de wereld van lage lonen in de VS. Ze nam banen aan als serveerster, schoonmaakster en Walmart-medewerker om te onderzoeken of je rond kunt komen van minimumloon. Haar relaas onthult hoe fulltime werken in veel gevallen tóch armoede betekent – ze slaapt in haar auto omdat huur onbetaalbaar is, slaat maaltijden over, enz. Dit boek op leefniveau laat de lezer voelen wat ongelijkheid in de praktijk inhoudt: hardwerkende mensen die ondanks inspanning geen zekerheid of vooruitzicht hebben, terwijl elders de rijkdom toeneemt. Nickel and Dimed geldt als eye-opener over de working poor en wordt vaak ingezet in discussies over het minimumloon en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden.
Documentaire: Inequality for All (2013) – Voormalig minister van arbeid Robert Reich neemt de kijker in deze documentaire mee in de wereld van groeiende inkomensongelijkheid, met speciale focus op de arbeidsmarkt en middenklasse. Reich legt uit hoe in de gouden jaren ’50-’60 een sterke middenklasse de motor was van economische groei, en hoe vanaf de jaren ’80 lonen stagneerden, vakbonden verzwakten en fabrieken naar lagelonenlanden vertrokken – met een uitgeholde middenklasse tot gevolg. De film gebruikt veel humor en graphics om economische data tot leven te wekken. Het centrale punt is dat ongelijkheid niet alleen oneerlijk is, maar ook de economie schaadt omdat werknemers geen koopkracht meer hebben. Inequality for All is zowel informatief als aansprekend (Reich presenteert enthousiast). Trailer bekijken: YouTube.
Documentaire: American Factory (2019, Oscar Beste Docu) – Deze documentaire (geproduceerd door Barack en Michelle Obama) volgt de overname van een gesloten General Motors fabriek in Ohio door een Chinese autoglasproducent. Het laat de botsing zien tussen Amerikaanse arbeiders (gewend aan goede lonen, vakbond, veilige werktijden) en Chinese managementstijl (lange uren, lage lonen, anti-vakbond). American Factory raakt thema’s als globalisering, automatisering en culturele verschillen, maar vooral de onzekerheid van werknemers in een veranderende wereld. Oud-GM werknemers verdienen ineens de helft en vrezen robots die hun banen vervangen. De film toont heel direct de menselijke kant van economische ongelijkheid en de macht van kapitaal over arbeid in de 21e eeuw. (Te zien op Netflix.)
Film (fictie): Harlan County, USA (1976) – Een klassieker onder de documentaires (won een Oscar) over een mijnwerkersstaking in Kentucky in 1973. Regisseur Barbara Kopple volgt de mijnwerkers (en hun gezinnen) die staken voor leefbaar loon en tegen gevaarlijke werkomstandigheden, terwijl de steenkoolmaatschappij gewapende bewakers inzet om stakers te intimideren. Deze documentaire biedt een historisch kijkje in arbeidsconflicten tijdens de hoogtijdagen van vakbondsstrijd. We zien armoede, solidariteit en geweld. Harlan County, USA laat zien hoe ongelijkheid tussen arbeiders en bedrijfseigenaren tot bittere strijd kan leiden. Het herinnert eraan dat veel arbeidsrechten die we nu hebben (veiligheid, 8-urige werkdag, etc.) zijn bevochten in zulke conflicten. Voor wie de geschiedenis van arbeid & ongelijkheid wil begrijpen, is dit een indrukwekkende tijdcapsule.
YouTube / uitleg: “The Great Gatsby Curve” – Een begrip geïntroduceerd door econoom Alan Krueger (2012) dat de relatie tussen ongelijkheid en sociale mobiliteit visualiseert. Simpel gezegd: landen met hogere inkomensongelijkheid (zoals de VS) hebben minder kans dat iemand uit een arm gezin opklimt tot de hoogste regionen, vergeleken met landen met lagere ongelijkheid (zoals Denemarken). Op YouTube zijn diverse korte uitlegvideo’s hierover te vinden (zoek op “Great Gatsby curve”). Ze laten bijvoorbeeld zien dat in de VS een kind uit het armste 20%-huishouden maar ~8% kans heeft om later tot de rijkste 20% te behoren, terwijl dat in egalitairder Canada ~13% is. De verwijzing naar Fitzgeralds Great Gatsby (1925) – een roman over een man die tevergeefs tegen klassenverschillen opbokst – onderstreept dat extreme ongelijkheid van inkomen en vermogen dromen in de kiem kan smoren. Het concept maakt duidelijk: hoe schever de start, hoe kleiner de kans om te stijgen.